Vertalingen van deze pagina
Hieronder een overzicht van de diverse software categoriën die vaak genoemd worden in discussies over vrije software. Hierin wordt uitgelegd welke categorieën er zijn en hoe die elkaar overlappen.
Verder nog: Onduidelijke Woorden die Je Beter Kunt Vermijden.
Dit diagram van Chao-Kuei laat de indeling zien van de verschillende software categorieën. Het is beschikbaar in XFig formaat, als JPEG plaatje of als een 1.5 keer vergroot PNG plaatje.
Als een programma vrij is kan het opgenomen worden in een vrij besturingssysteeem zoals GNU, of in vrije versies van het GNU/Linux systeem.
Er zijn vele mogelijkheden waarop een programma vrij kan worden--vele details, die op verschillende manieren kunnen worden ingevuld kunnen nog steeds een vrij programma tot gevolg hebben. Een aantal mogelijke variaties wordt hieronder beschreven. Voor meer informatie over specifieke software licenties, zie het licentie overzicht.
Vrije software gaat over vrijheid, niet over “vrij van kosten”. Private software bedrijven echter gebruiken soms de term “free software” waarmee ze de prijs bedoelen. Soms bedoelen ze dat je een kopie van de executeerbare code gratis kan krijgen; soms bedoelen ze dat er een kopie is geïnstalleerd op de computer die je koopt. Dit heeft niets te maken met wat wij binnen het GNU project bedoelen met “free software”.
Controleer dus altijd de voorwaarden waarop de software wordt aangeboden wanneer een bedrijf zegt vrije software te verkopen om mogelijke verwarring te voorkomen. Soms voldoen die inderdaad aan de term vrije software maar soms ook niet.
Veel talen hebben twee verschillende woorden voor “free” voor de betekenissen vrijheid en gratis (zoals in het nederlands). Het engelse woord “gratis” bestaat ook en verwijst redelijk ondubbelzinnig naar prijs. Er is helaas geen engels ondubbelzinnig equivalent voor vrijheid. Als je dus een andere taal spreekt raden we je aan het te vertalen naar het woord dat verwijst naar het begrip vrijheid. Zie ook onze lijst van vertalingen van de term “free software” naar diverse andere talen.
Vrije software is vaak betrouwbaarder dan niet-vrije software.
Wij gebruiken bij voorkeur de term “vrije software” omdat dit verwijst naar vrijheid en de term “open bron” niet.
In sommige gevallen is het executeerbare programma openbaar maar de bijbehorende broncode kan men niet krijgen. Dat is dus geen vrije software omdat die toegang tot de broncode vereist. Overigens is de meeste vrije software niet openbaar; er rust auteursrecht op en de auteurs hebben toestemming gegeven het in vrijheid te gebruiken met behulp van een vrije software licentie.
Soms gebruikt men ietwat slordig de term “public domain” en bedoelt men “vrij” of “gratis”. “Public domain” is echter een juridische term en betekent “auteursrechtenvrij”. Wij adviseren om voor de duidelijkheid de term “public domain” alleen in zijn juridische betekenis te gebruiken en voor andere begrippen ook de andere termen te hanteren.
De conventie van Bern, die door de meeste landen is ondertekend, heeft bepaald dat alles wat wordt opgeschreven ook automatisch onder het auteursrecht valt. Dit geldt ook voor programma's. Wanneer je dus je programma openbaar wilt hebben (in de “public domain”), zul je juridische stappen moeten ondernemen om af te zien van het auteursrecht, anders valt het hier automatisch onder.
In het GNU project maken we bijna alle software die we creëren auteursplichtig omdat het ons streven is om iedere gebruiker de vrijheid te geven die de term “vrije software” suggereert. Zie Copylefted voor een uitleg over hoe deze “auteursplicht” werkt en waarom we het gebruiken.
Copyleft is een algemeen begrip; voor het auteursplichtig maken van een programma moet je een set distributievoorwaarden toepassen. Er zijn vele mogelijkheden om een dergelijke set op te stellen. In theorie zouden er dus ook meerdere auteursplichtige vrije software licenties kunnen zijn. In de praktijk echter gebruikt bijna alle auteursplichtige software de GNU General Public License. Twee verschillende licenties met auteursplicht erin zijn meestal niet te verenigen. Dit betekent dat je de code niet samen mag voegen onder één licentie. Het is dus in het belang van de gemeenschap wanneer men slechts één licentie-type gebruikt.
In dit geval kunnen er dus kopiën en gewijzigde versies in omloop zijn die helemaal geen vrije software zijn. Een softwarebedrijf kan het programma, met of zonder wijzigingen, compileren en de executeerbare code verspreiden als een privaat product.
Het X Window Systeem is hier een voorbeeld van. Het X Consortium brengt X11 uit met distributievoorwaarden die het niet-auteursplichtige vrije software maken. Als je wil kun je een kopie krijgen met deze voorwaarden en deze kopie is dan vrij. Er zijn echter ook niet-vrije kopiën en populaire werkstations en grafische PC-kaarten die alleen op dat soort versies werken. Wanneer je deze hardware gebruikt dan is X11 voor jou geen vrije software. X11 ontwikkelaars brachten zelfs een tijdje niet-vrije X11 versies uit.
Een besturingssysteem wat lijkt op Unix bestaat uit vele programma's. Het GNU systeem bevat alle GNU software, alsook vele andere software zoals het X Window Systeem en TeX, wat geen GNU software is.
De eerste complete testversie van het GNU systeem kwam uit in 1996. Hierin zit GNU Hurd, onze kernel, sinds 1990 in ontwikkeling. In 2001 begon het GNU systeem (met GNU Hurd) aardig stabiel te worden maar Hurd ontbeert nog belangrijke functionaliteit en wordt daarom niet veel gebruikt. Intussen is het GNU/Linux systeem, een afsplitsing van het GNU systeem met Linux als kernel in plaats van Hurd, sinds 1990 reeds een groot succes.
Omdat het streven van GNU is om vrij te zijn, moet ieder onderdeel van het GNU systeem vrije software zijn. Het hoeft echter niet allemaal auteursplichtig te zijn, alle soorten vrije software kan worden gebruikt, als hiermee bepaalde technische doelen bereikt kunnen worden. Het is ook niet noodzakelijk dat alle onderdelen uit GNU software bestaat. GNU heeft ook onderdelen die bestaan uit vrije software zonder auteursplicht zoals het X Window Systeem, die door andere projecten ontwikkeld zijn.
De meeste GNU software is copylefted (met auteursplicht) maar niet alles; alle GNU software moet echter wel vrije software zijn.
Sommige GNU software is gemaakt door personeel van de Free Software Foundation maar verreweg de meeste software wordt bijgedragen door vrijwilligers. Sommige bijdragen hebben het auteursrecht van de FSF, andere hebben het auteursrecht van degene die de bijdrage leverde.
Ethisch gezien is semi-vrije software veel beter dan private software maar het geeft nog steeds problemen en we kunnen het niet gebruiken in een vrij besturingssysteem.
Het idee van auteursplicht (copyleft) is bedacht om de elementaire vrijheid van alle gebruikers te waarborgen. De enige drijfveer voor ons om een grote beperking op het gebruik van een programma te leggen is om te voorkomen dat andere mensen nog meer beperkingen op kunnen leggen. Semi-vrije programma's hebben beperkingen die alleen het eigenbelang dienen.
Het is daarom onmogelijk om semi-vrije software op te nemen in een vrij besturingssysteem, vanwege het feit dat de distributievoorwaarden voor het besturingssysteem als geheel een samenstel is van de voorwaarden van alle gebruikte programma's. Het toevoegen van een semi-vrij programma zou het systeem in zijn geheel semi-vrij maken. Er zijn twee redenen waarom we dit niet willen:
De Free Software Foundation is niet commerciëel en dus zouden we, juridisch gezien, een semi-vrij programma “intern” kunnen gebruiken. Dat doen we echter niet want het zou onze inspanningen om een programma te verkrijgen die we in GNU kunnen gebruiken ondermijnen.
Als er iets in software opgelost moet worden, heeft het GNU systeem een hiaat totdat we een vrij programma hebben die het oplost. Tot die tijd moeten we vrijwilligers vertellen: “We hebben nog geen programma wat dit in GNU oplost, we hopen dus dat jij het zult schrijven”. Als we zelf een semi-vrij programma zouden gebruiken om de boel op te lossen dan zou dat onze boodschap ondermijnen; het zou de motivatie wegnemen (van ons en anderen die meeluisteren naar onze denkbeelden) om een vrije vervanging te maken. Dus doen we het niet.
De Free Software Foundation heeft als regel dat we geen private software op onze computers installeren, hooguit tijdelijk met het doel om een vrije variant van dat programma te maken. Afgezien van het bovenstaande, zien wij verder geen excuus voor het installeren van private programma's.
Wij vonden het bijvoorbeeld aanvaardbaar om in de tachtiger jaren Unix op onze machines te installeren daar we dit gebruikten om er een vrije vervanger van Unix mee te schrijven. Het excuus is niet meer geldig omdat er tegenwoordig vrije besturingssystemen zijn; we hebben alle niet-vrije besturingssystemen weggedaan en iedere nieuwe machine moet nu uitgerust worden met een volledig vrij besturingssysteem.
We staan er niet op dat andere gebruikers van GNU, of vrijwilligers van GNU, ook volgens deze regel leven. We hebben de regel voor onszelf ingevoerd. We hopen echter dat jij zal besluiten dit voorbeeld te volgen.
Shareware is geen vrije software, of zelfs maar semi-vrij. Hiervoor zijn twee redenen:
Een programma op maat is vrije software in de engste zin van het woord wanneer de enige gebruiker de volledige rechten tot het programma heeft. De vraag of dit vrije software is echter, is hier eigenlijk niet relevant.
In principe vinden we niet dat het fout is om een programma te ontwikkelen en het niet te verspreiden. Er zijn echter programma's die zo nuttig zijn dat het niet verspreiden ervan schadelijk is voor de mensheid. De meeste programma's zijn echter niet zo briljant en het achterhouden is dan ook niet schadelijk. Er is dus geen conflict tussen maatsoftware en de beginselen van de vrije software beweging.
Het meeste werk voor programmeurs betreft het ontwikkelen van dit soort programma's op maat; het werk hierin zou dus gedaan kunnen worden op een manier die verenigbaar is met de vrije software beweging.
GNU Ada wordt bijvoorbeeld verspreid onder de GNU GPL en iedere kopie is vrije software; maar de ontwikkelaars verkopen onderhoudscontracten op de software. Wanneer hun verkopers met mogelijke klanten praten zullen deze soms zeggen: “we vinden het veiliger om een commerciële compiler te kopen” Het antwoord van de verkopers hierop is: “GNU Ada is een commerciële compiler; het is toevallig ook nog vrije software.”
Voor het GNU project ligt het zwaartepunt andersom: het belangrijkste is dat de GNU Ada compiler vrije software is; of het ook commerciëel is is niet belangrijk. De extra ontwikkeling die plaatvindt doordat de compiler commerciëel is, is echter mooi meegenomen.
Help alsjeblieft mensen te realiseren dat commerciële vrije software best mogelijk is. Je kan dit doen door niet het woord “commerciëel” te gebruiken als je eigenlijk “privaat” bedoeld.
Vertalingen van dit artikel:
[
Català
| Česky
| Deutsch
| English
| Español
| Français
| Bahasa Indonesia
| Italiano
| 日本語
| Nederlands
| Polski
| Português
| Русский
| Slovensko
| Српски
]
Terug naar de GNU Project home page.
Gelieve vragen over FSF & GNU te sturen naar
gnu@gnu.org.
Er zijn ook nog andere manieren
om in contact te komen met de FSF.
Gelieve meldingen van verkeerde links en andere verbeteringen (of suggesties)
te sturen aan:
webmasters@gnu.org.
Zie Translations README voor nadere informatie over het eventueel vertalen van dit artikel.
Copyright © 1996, 1997, 1998, 2001, 2006 Free Software Foundation, Inc.,
51 Franklin St, Fifth Floor, Boston, MA 02110-1301, USA
Het letterlijk overnemen en kopiëren van dit artikel is toegestaan op
willekeurig welk medium op voorwaarde dat deze mededeling ook wordt meegenomen.
Updated: $Date: 2007/01/27 14:13:53 $ $Author: tuijldert $