Navigatievensters aanpassen

U kunt navigatievensters net als werkbalken in het navigatiegebied dokken of ze zwevend in het werkgebied weergeven. Vensters die u niet nodig hebt, kunt u verbergen of sluiten en vensters die u nodig hebt, kunt u openen. Verder kunt u de breedte van het navigatiegebied aanpassen.

Het weergavegebied voor navigatievensters wijzigen

  • Als u de breedte van het navigatievenster wilt wijzigen, sleept u met de rechterrand ervan.
  • Als u een zwevend venster wilt samenvouwen zonder het te sluiten, klikt u op de tabnaam boven in het venster. Klik nogmaals op de tabnaam om het venster weer in de volledige grootte weer te geven.

De stand van een gedokt navigatievenster wijzigen

Sommige navigatievensters, zoals Bladwijzers, worden in een kolom aan de linkerkant van het werkgebied weergegeven. Andere vensters, zoals Opmerkingen, worden horizontaal onder in het documentvenster weergegeven. U kunt elk navigatievenster verticaal of horizontaal weergeven door de bijbehorende knop (die aan de linkerkant van het werkgebied wordt weergegeven) te verslepen.

  • Als u het venster verticaal wilt weergeven, sleept u de knop naar de bovenkant van het navigatiegebied, bij de knoppen van de andere verticale vensters.
  • Als u het venster horizontaal wilt weergeven, sleept u de knop naar de onderkant van het navigatiegebied, bij de knoppen van andere horizontale vensters.

In beide gevallen wordt het hele gebied met de vensterknoppen gemarkeerd met een grijs kader. Als u de muisknop loslaat voordat het gebied gemarkeerd is, wordt het tabblad zwevend weergegeven. Probeer het in dat geval opnieuw door het venster met de tab naar het bovenste of onderste gedeelte van het knoppengebied te slepen.

Een ander venster weergeven in het navigatiegebied

Standaard wordt aan de linkerkant van het werkgebied slechts een beperkte set vensterknoppen weergegeven. Het menu Beeld bevat nog andere vensters die mogelijk zwevend worden geopend in plaats van in het navigatiegebied. U kunt zwevende vensters echter alsnog in het navigatiegebied dokken.

 Ga op een van de volgende manieren te werk:
  • Selecteer aan de linkerkant van het navigatiegebied de knop van het venster.

  • Kies Beeld > Navigatievensters > [naam venster].

Navigatievensters dokken of zwevend weergeven

  • Als u een venster dat is gedokt in het navigatiegebied, zwevend wilt weergeven, sleept u de vensterknop naar het documentvenster.
  • Als u een zwevend venster wilt dokken, sleept u het met de tab naar het navigatiegebied.
  • Als u twee zwevende vensters wilt groeperen, sleept u met de tab het ene venster in het andere zwevende venster.