Toetsen voor het werken met navigatievensters

Resultaat

Handeling in Windows/UNIX

Mac OS-actie

Navigatiegebied tonen/verbergen

F4

F4

Navigatievenster openen en activeren

Ctrl+Shift+F5

Command+Shift+F5

Document, berichtenbalk en navigatievensters afwisselend activeren

F6

F6

Volgend element van het actieve navigatievenster activeren: Prullenbak, menu Opties, knop Sluiten, vensterinhoud of vensterknop

Tab

Tab

Naar vorig of volgend navigatievenster gaan en dit activeren (als de vensterknop is geactiveerd)

Pijl-omhoog of Pijl-omlaag

Pijl-omhoog of Pijl-omlaag

Naar volgend navigatievenster gaan en dit activeren (als willekeurig element in navigatievenster is geactiveerd)

Ctrl+Tab

Niet beschikbaar

Huidige bladwijzer uitvouwen (als venster Bladwijzers is geactiveerd)

Pijl-rechts of Shift+Plusteken

Pijl-rechts of Shift+Plusteken

Huidige bladwijzer samenvouwen (als venster Bladwijzers is geactiveerd)

Pijl-links of Minteken

Pijl-links of Minteken

Alle bladwijzers uitvouwen

Shift+*

Shift+*

Geselecteerde bladwijzer samenvouwen

Schuine streep (/)

Schuine streep (/)

Volgend item in een navigatievenster activeren

Pijl-omlaag

Pijl-omlaag

Vorig item in een navigatievenster activeren

Pijl-omhoog

Pijl-omhoog